Oefening 12.3 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


Beëindig!
Jij stond toe.
Maak duidelijk!
Jullie staan toe; Sta toe! (meerv.)
Wij stonden toe.
Hij maakt duidelijk.
Duidelijk maken.
Jullie zien; Zie! (meerv.)
Hij maakte duidelijk.
Ik vroeg; Zij vroegen.
Hij zag.
Zien.