Oefening 12.4 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


Jij maakt duidelijk. δηλοῦτε.
Hij maakte duidelijk. ἐδήλουν.
Jij tilde op. ᾔρετε.
Jij bracht de tijd door. διετρίβετε.
Hij nam. ᾕρουν.
Ik vraag. ἐρωτῶμεν.
Wij maakten de indruk. ἐδόκουν.
08. ἔα
Laat toe! ἐᾶτε.