Oefening 12.5 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


Ik verkeer in verlegenheid.
ἠπόρουν.
Wij verbijsterden.
ἐκπλήττομεν.
Jij houdt in je macht.
κατεῖχες.
Jij wilde.
ἐθέλεις.
Hij stemt in.
ὡμολόγει.
Jullie hielpen.
συλλαμβάνετε.
Jullie eisen.
ᾐτεῖτε.
Hij vond.
εὑρίσκει.