O
efening
19.4
Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.
0
1.
κατέσχες
κατ/ε/σχ-ε/ς
in zijn macht hebben, vasthouden, beheersen
0
4.
ἐζήλωσαν
-/ἐ/ζηλω-σα/ν
nastreven
0
7.
ἐγελάσαμεν
-/ἐ/γελα-σα/μεν
lachen
0
2.
ἔλαθεν
-/ἐ/λαθ-ε/ν
verborgen zijn
0
5.
κατεστήσατε
κατ/ε/στη-σα/τε
neerzetten, neerleggen; brengen
(
tot
/
in
)
0
8.
ἔπιον
-/ἔ/πι-ο/ν
drinken
0
3.
ἀγάγετε
-/-/ἀγαγ-ε/τε
leiden, brengen
0
6.
πάρελθε
παρ/-/ελθ-ε/-
voorbij gaan
0
9.
παρακαλέσας
παρα/-/καλε-σα/ς
erbij roepen, uitnodigen, vermanen