Oefening 19.4 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


κατ/ε/σχ-ε/ς  in zijn macht hebben, vasthouden, beheersen
-/ἐ/ζηλω-σα/ν  nastreven
-/ἐ/γελα-σα/μεν  lachen
-/ἐ/λαθ-ε/ν  verborgen zijn
κατ/ε/στη-σα/τε  neerzetten, neerleggen; brengen (tot/in)
-/ἔ/πι-ο/ν  drinken
-/-/ἀγαγ-ε/τε  leiden, brengen
παρ/-/ελθ-ε/-  voorbij gaan
παρα/-/καλε-σα/ς  erbij roepen, uitnodigen, vermanen