Oefening 19.5 

Ga met de muis over een opgave. Er verschijnt dan een schermpje waarop u de uitwerking kunt zien. Gebruikt u een tablet of telefoon, dan kunt u de woorden aanraken.


Εἰς Ἀθήνας καὶ Σπάρτην οὐκ ἔπεμψεν ὁ Ξέρξης ἐπὶ1 γῆς αἴτησιν2 κήρυκας3 τῶνδε ἕνεκα·

Naar Athene en Sparta zond Xerxes om de volgende reden geen afgezanten om aarde te vragen:
πρότερον τοῦ Δαρείου πέμψαντος ἐπ᾿ αὐτὸ τοῦτο οἱ μὲν αὐτῶν4 τοὺς αἰτοῦντας εἰς τὸ

βάραθρον5, οἱ4 δ᾿ εἰς φρέαρ6 ἐμβάλοντες ἐκέλευον γῆν τε καὶ ὕδωρ ἐκ τούτων φέρειν παρὰ

τὸν βασιλέα.
eerder, toen Dareios hen ook daarom gezonden had, gaf van hen de ene partij, na degenen die daarom vroegen in de afgrond gegooid te hebben, de andere partij na hen in een put gegooid te hebben, bevel daaruit aarde en water naar de koning te brengen.
τούτων μὲν ἕνεκα οὐκ ἔπεμψεν ὁ Ξέρξης τοὺς κήρυκας3.
Om die reden zond Xerxes de herauten niet.
 
1  ἐπὶ +acc.: met het oog op.
2  αἴτησις, αἰτήσεως, ἡ: eis.
3  κῆρυξ, κήρυκος, ὁ: afgezant.
4  οἱ μὲν αὐτῶν ... οἱ δ᾿: d.w.z. de Atheners ... de
    Spartanen.
5  βάραθρον, τό: afgrond (in Athene: waarin misdadigers
    gegooid werden).
6  φρέαρ, φρέατος, τό: put.