Vertaling van

Tekst 14.3 





Hij schreeuwt en zegt: "Herakles, wat is dát? Is dat Sokrates? Waarom ben je gekomen, Sokrates? Jij zoekt inderdaad altijd de mooiste. Waarom zit je niet naast iemand anders?" En Sokrates zegt: "Kom, help me, Agathon. Want voor mij is verliefd te zijn op die man geen onbetekenende zaak. Want sinds die tijd sinds ik verliefd op hem ben, is het mij niet meer toegestaan naar een ander te kijken of een ander aan te spreken. Ik probeer dus zijn bezetenheid te ontvluchten, maar er is niemand in de stad die een zo jaloers karakter heeft als hij."
Alkibiades had plezier om die woorden
(sing.) en zegt: " Dat wat je zegt, interesseert me niets. Want jij verschilt in karakter niets van mij. Maar nu moeten we hem ook linten geven, Agathon. Want ik verlang ernaar ook zijn wonderbaarlijke hoofd te bekransen. Want Sokrates wint het met zijn woorden van alle mensen, niet alleen vandaag, zoals jij op de Dionysia, maar al vele jaren."
Alkibiades bekranst Sokrates dus en Agathon geeft Alkibiades een plaats op de ligbank tussen Sokrates en zichzelf.