Vertaling van

Tekst 26.1 





Toen wij allen rond Protagoras waren gaan staan, zei ik: "Voor jullie allemaal is al duidelijk waarom ik gekomen ben. Want Hippokrates hier behoort tot degenen die in deze stad geboren zijn (lett.: de inheemsen), de zoon van Apollodoros, uit een groot en welvarend huis afkomstig en zelf lijkt hij mij wat zijn aard betreft gelijk te zijn aan de beste van de jongemannen. Hij verlangt er naar een goede naam in de stad te hebben, maar hij is bang dat niemand goed genoeg is om hem te onderwijzen behalve jij. Daarom zijn we bij jou gekomen."
"Sokrates, je hebt er goed aan gedaan je tot mij te wenden." zei hij. Want omdat hij bij mij is gekomen, zal hij over niets anders leren dan waarvoor hij gekomen is. Wanneer hij dus van dag tot dag met mij samen is, zal hij steeds naar huis teruggaan terwijl hij beter is zowel op het gebied van zijn privé-zaken als van de zaken van de stad."
"Volg ik je woorden
(sing.)?" zei ik. "Want je lijkt het me over het vak van de politiek te hebben en te beloven mannen goede burgers te maken."
"Sokrates", zei hij, "dat is dus precies wat ik voor hem zal doen".
"Maar ik dacht echt dat niemand in staat was dat
(vak) te onderwijzen, Protagoras. Ik zal dus proberen je dat duidelijk te maken vanuit de situatie van de Atheners.