Vertaling van

Tekst 36.5 





U heeft de getuigen gehoord, heren. Denk bij uzelf over deze zaak zo na: onderzoekend of er tussen mij en Eratosthenes ooit enige vijandschap is geweest behalve deze. Want u zult er geen vinden.
Want hij heeft noch met een valse aanklacht zaken van algemeen belang tegen mij aanhangig gemaakt, noch geprobeerd mij uit de stad te
(laten) verbannen, noch privé-processen (tegen mij) gevoerd, noch is hij van iets kwalijks getuige geweest, waardoor ík, uit angst dat iemand dat te weten zou komen, hem te gronde zou willen richten, noch verwachtte ik ergens vandaan geld te krijgen als ik dat zou bereiken. Want sommigen belagen elkaar om dergelijke zaken met de dood.
Welnu, zo weinig is er in ons geval sprake van of een scheldpartij of een belediging in dronkenschap of een of ander geschil dat ik de man zelfs nooit had gezien behalve in die nacht. Wat had ik dan gewild dat ik een dergelijk risico liep, als mij niet door hem het allergrootste onrecht was aangedaan?
Verder, zou ik een goddeloze daad begaan hebben na er zelf getuigen bij geroepen te hebben, hoewel het in mijn macht lag, als ik hem tenminste op onrechtmatige wijze te gronde wilde richten, dat niemand met mij daarvan wist?