Woorden 10.3

Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort.
Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.



  zich(zelf), hem-/haar-/hetzelf  
  ἑαυτοῦ/ἑαύτης/ἑαυτοῦ
  eenzaam, verlaten  
  ἔρημος (soms 2 uitg.)
  beroofd van, zonder
  ἔρημος + gen.
  mooi, goed, passend  
  καλός
  hemel  
  οὐρανός, ὁ
  meest  
  πλεῖστος
  jezelf  
  σεαυτοῦ/σεαύτης
  wijsbegeerte, filosofie  
  φιλοσοφία, ἡ
  (toe)schijnen, de indruk maken (te)  
  δοκέω + dat. (en inf.)
  het eens zijn met, instemmen met  
  ὁμολογέω + dat.
  antwoorden  
  ὑπολαμβάνω
  op ... af, naar  
  ἐπί + acc.
  volkomen, heel, zeker  
  πανύ
  toen, op dat moment, dan  
  τότε