Woorden 17.1

Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort.
Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.



  dapper  
  ἀνδρεῖος
  verlangen  
  ἐπιθυμία, ἡ
  1. (zo groot) als; 2. (zoveel) als  
  ὅσος rel.
  allen die (neutr. ὅσα ... = πάντα ... ὅσα)  
  ὅσοι ... = πάντες ... ὅσοι
  wachter, bewaker  
  φύλαξ, φύλακος, ὁ
  sterven, gedood worden  
  ἀποθνῄσκω
  doorgaan met ..., voortdurend ...  
  διατελέω + ptc.
  1. roepen; 2. noemen  
  καλέω
  verborgen zijn voor  
  λανθάνω + acc.
  ongemerkt  
  λανθάνω + ptc.
  jij lacht zonder dat wij het merken  
  ἡμᾶς λανθάνεις γελῶν
  je merkt heel goed dat we plezier hebben  
  οὐ σε λανθάνομεν χαίροντες
  blij zijn met, plezier hebben in  
  χαίρω + dat.
  plezier hebben in, graag ...  
  χαίρω + ptc.
  meer, liever, eerder  
  μάλλον
  1. ergens; 2. denk ik, misschien  
  που
  door (toedoen van)  
  ὑπό + gen.,