Woorden 21.3
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
goddelijk
θεῖος
de een ... de ander
ὁ μέν ... ὁ δέ
leger
στρατός, ὁ
strijden, een wedstrijd houden
ἀγωνίζομαι
aanraken
ἅπτομαι + gen.
geboren worden, worden, ontstaan, gebeuren
γίγομαι
werken, doen, maken
ἐργάζομαι
gevaar lopen, riskeren, de kans lopen
κινδυνεύω
aansporen
παρακελεύομαι + dat.
geluid geven, zijn stem laten horen
φθέγγομαι
1., ... in, naar (binnen); 2. tot, voor, om (doelaangevend)
εἰς/ἐς + acc.
per, bij ... tegelijk
κατά + acc.