Woorden 22.2
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
vrede
εἰρήνη, ἡ
toekomst
μέλλον, μέλλοντος, τό
gezanten
πρέσβεις, πρέσβεων, οἱ (acc.: τοὺς πρέσβεις)
vriendschap
φιλία, ἡ
kiezen
αἱρέομαι (med.) < αἱρέω
beschuldigen
αἰτιάομαι
verkopen
ἀποδίδομαι (med.) < ἀποδίδωμι
strijden met
μάχομαι + dat.
1.gereed maken; 2. zenden
στέλλω
oppassen voor
φυλάττομαι (med.) < φυλάττω
noch ... noch
μήτε ... μήτε
van waar? waarvandaan?
πόθεν;
zodat
ὥστε