Woorden 23.2
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
elk van beide(n)
ἑκάτερος
toorn, drift
ὀργή, ἡ
1. serieuze inspanning, moeite; 2. haast
σπουδή, ἡ
plaats, terrein
χωρίον, τό
zich ergeren
ἅχθομαι
oefenen, trainen
γυμνάζω
omkomen, te gronde gaan
διαφθείρομαι (med.) < διαφθείρω
gaan staan, blijven gaan
ἵστταμαι (med.) < ἵστημι
ophouden met
παύομαι (med.) < παύω + gen.
ophouden te ... /met ...
παύομαι (med.) < παύω + ptc. praes.
ik houd op met spreken
παύομαι λέγων
beter
ἅμεινον bijwoord
naar (de zijde van)
παρά + acc.