Woorden 28.2
|
Klik een woordbetekenis aan. Klik vervolgens in het tekstvak van het Griekse woord waar de betekenis bijhoort. Een betekenis terugzetten? Klik op de desbetreffende betekenis in de rechterkolom.
|
1. schaamte; 2. eerbied, ontzag
αἰδώς, αἰδοῦς, ἡ
altaar
βωμός, ὁ
rechtvaardigheid
δικαιοσύνη, ἡ
levend wezen, dier
ζῷον, τό
(aan)deel
μοῖρα, ἡ
vuur
πῦρ, πυρός, τό
licht
φῶς, φωτός, τό
vragen
ἐρωτάω
(iemand iets) vragen
ἐρωτάω + dubbele acc.
doden
κτείνω
opdat, met de bedoeling dat, om te ...
ἵνα + coni./opt.
telkens wanneer
ὁπότε + opt.
geheel en al, volkomen, volstrekt
πάντως